Rente koopsomleningen aandelenparticipaties
- mr3725
- 17 feb
- 3 minuten om te lezen
De "Kennisgroep loonheffing algemeen" (hierna: de Kennisgroep) heeft een nieuw kennisgroepstandpunt gepubliceerd over de rentevaststelling bij koopsomleningen, waarmee werknemers aandelen in hun werkgever kunnen financieren. Deze richtlijnen geven meer inzicht in hoe een marktconforme rente wordt bepaald, afhankelijk van de hoogte van de lening en de "Loan-to-Value ratio" (hierna: LTV). De rente moet aansluiten bij vergelijkbare financieringsvormen om fiscale risico’s te vermijden.
Marktconforme rente bij koopsomlening
Bij het bepalen van de rente spelen diverse factoren een rol, waaronder:
Doel van de lening: Bijvoorbeeld de aanschaf van aandelen in box 3, lucratieve belangen of een combinatie van gewone en preferente aandelen.
Rentecondities: Vaste rente per jaar, rentebetaling via bijschrijving op de hoofdsom of eenmalige betaling bij verkoop (‘on-exit’).
Looptijd en aflossing: Lineaire of annuïtaire aflossing, beperkt tot uitgekeerd dividend of een volledige aflossing op het einde (‘bullet lening’).
Verhaalsmogelijkheden: Kan de geldverstrekker zich verhalen op privévermogen of inkomen van de werknemer?
Verplichte aflossingen: Moet een deel van bonussen of dividenden worden gebruikt voor rente- en aflossingsbetalingen?
Zekerheden en risicobeperkingen: Bijvoorbeeld verpanding van aandelen of afspraken over (gedeeltelijke) kwijtschelding als de waarde van de aandelen daalt.
LTV (Loan-to-Value ratio).
Rentevaststelling afhankelijk van hoofdsom en LTV
De Kennisgroep loonheffing algemeen maakt onderscheid tussen verschillende situaties op basis van de hoofdsom van de lening en de LTV, oftewel de verhouding tussen de lening en de waarde van de onderliggende aandelen.
1. Koopsomlening ≤ € 75.000
Voor leningen tot en met € 75.000 kan de rente worden gebaseerd op de laagste marktrente van een persoonlijke lening of een effectenkrediet. Banken verstrekken vaak persoonlijke leningen tot dit bedrag zonder aanvullende zekerheden, mits de geldnemer voldoende terugbetalingscapaciteit heeft.
Als de lening afwijkt van gangbare voorwaarden (bijvoorbeeld als aflossingen en rentebetalingen pas aan het einde van de looptijd plaatsvinden), moet een passende opslag worden toegepast.
Voor de actuele rentepercentages kunnen aanbieders van persoonlijke leningen en effectenkredieten worden geraadpleegd.
Afstemming met de inspecteur is mogelijk als er twijfel bestaat over de exacte rentehoogte.
2. Koopsomlening > € 75.000 en LTV ≤ 70%
Bij leningen boven € 75.000 speelt niet alleen de hoofdsom een rol, maar ook de LTV. Voor leningen met een LTV van maximaal 70% geldt:
De rente kan worden afgestemd op effectenkredieten, waarbij aandelen als onderpand worden gegeven.
Banken financieren doorgaans maximaal 70% van een gediversifieerde en courante aandelenportefeuille.
Omdat werknemers vaak investeren in niet-gediversifieerde en incourante aandelen van hun werkgever, is een LTV van 70% al aan de hoge kant. Toch wordt dit door de inspecteur geaccepteerd.
Wanneer er wordt afgeweken van gangbare voorwaarden (zoals het ontbreken van verplichte tussentijdse rente- of aflossingsbetalingen), moet een extra rente-opslag worden toegepast.
3. Koopsomlening > € 75.000 en LTV tussen 70% en 100%
Bij leningen met een LTV tussen 70% en 100% kan een rente worden vastgesteld die ligt tussen:
de rente op een regulier effectenkrediet, en
de kostenvoet van het gefinancierde vermogensinstrument.
Dit kan worden berekend met de volgende formule:
Rente = Effectenkredietrente + ((LTV - 70%) / 30 %) × (Kostenvoet aandelen -Effectenkredietrente))
Voorbeeld:
- LTV: 90%
- Effectenkredietrente: 5%
- Kostenvoet gefinancierde aandelen: 35%
Toepassing van de formule:
5% + ((90% - 70%) / 30%) × (35% - 5%) = 25%
Afhankelijk van de leningsvoorwaarden kan een extra opslag of afslag nodig zijn.
4. Koopsomlening > € 75.000 en LTV = 100%
Bij een LTV van 100% wordt de rente gebaseerd op het risico en rendement van de onderliggende aandelen.
Voorbeeld:
Een werknemer koopt aandelen in Werkgever BV, die niet beursgenoteerd is. De aankoop wordt volledig gefinancierd door Werkgever BV, waarbij de aandelen als onderpand dienen.
Omdat de werkgever een volledig financieringsrisico loopt, neigt de rente naar de vermogenskostenvoet van de aandelen.
Hierbij geldt dat:
De rente maximaal gelijk is aan de vermogenskostenvoet van de aandelen.
Een te hoge rente of LTV kan de haalbaarheid van de rentebetalingen in gevaar brengen, wat aanleiding kan zijn voor extra toetsing door de inspecteur.
Belang voor werkgevers en werknemers
Werkgevers moeten erop letten dat de rente marktconform is om te voorkomen dat de Belastingdienst de lening (deels) aanmerkt als verkapt loon, hetgeen kan leiden tot fiscale (na)heffingen. Voor belastingplichtigen die zekerheid willen over de rentevaststelling, biedt de Belastingdienst de mogelijkheid om vooraf afstemming met de inspecteur te zoeken.
Meer weten? Neem hiervoor contact op met Jeroen Klerkx (jk@lexfiscalisten.nl).
Commentaires