Btw-herziening op diensten aan onroerende zaken komt er aan!
- mr3725
- 12 mrt 2024
- 2 minuten om te lezen
Het is geen geheim dat het ministerie van Financiën (MvF) al lang voornemens is om met een wetswijziging in de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB) de bestaande btw-herzieningsregeling voor de aftrek van voorbelasting bij roerende en onroerende zaken uit te breiden met diensten aan onroerende zaken (lees verbouwingen). Hiermee wil het MvF een einde maken aan de ongewenste btw-besparing bij verbouwingen van woningen/appartementen en short stay verhuur.
In de praktijk wordt bestaand vastgoed (kantoren, kloosters, kazernes, kerken, scholen e.d.) regelmatig volledig verbouwd (geen nieuwbouw) tot appartementen voor bewoning. Die appartementen worden vervolgens tijdelijk (vaak zelfs alleen in het jaar van ingebruikname) voor btw-belaste short stay verhuur (ten behoeve van expats, buitenlandse studenten, opvang asielzoekers, oorlogsvluchtelingen en inmiddels ook statushouders) ingezet. De short stay verhuur is btw-belast tegen 9% btw, waardoor de verhuurder de 21% voorbelasting op de verbouwingskosten integraal in aftrek kan brengen. Na afloop van het jaar van ingebruikname (of soms nog een jaartje later) worden de appartementen voor btw-vrijgestelde long stay verhuur ingezet of als losse ‘woningen’ btw-vrijgesteld geleverd met meestal slechts 2% of 0% overdrachtsbelasting. Aangezien de verbouwing voor de btw kwalificeert als een dienst (geen nieuwbouw), hoeft op basis van de huidige btw-wetgeving de in aftrek gebrachte voorbelasting op de verbouwingskosten bij gewijzigd gebruik van de desbetreffende onroerende zaak niet te worden terugbetaald (geen btw-herziening). De door het MvF gewenste btw-herziening op diensten aan onroerende zaken maakt dus een einde aan deze btw-besparing. Inmiddels is de internetconsultatie over de aangekondigde wetswijziging van de Wet OB gestart en daaruit valt af te leiden dat het MvF ervoor heeft gekozen om:
de herzieningstermijn voor de nieuwe btw-herzieningsregeling voor diensten aan onroerende zaken vast te stellen op 5 boekjaren, in plaats van de 10 boekjaar bij de levering van nieuwe onroerende zaken;
een drempelbedrag in te voeren van € 30.000 (exclusief btw) voor deze zogenoemde ‘investeringsdiensten’ aan onroerende zaken;
een overgangstermijn te hanteren, waardoor de nieuwe btw-herzieningsregeling pas per 1 januari 2026 in werking treedt. Hierdoor worden alleen verbouwingen geraakt, die na deze datum in gebruik zijn genomen.
Mocht u meer willen weten over deze aangekondigde btw-wetswijzing of de mogelijke gevolgen daarvan voor uw vastgoed met ons willen bespreken, dan kunt u contact opnemen met Mike Raafs (mr@lexfiscalisten.nl) of Vincent Hekker (vh@lexfiscalisten.nl).
Yorumlar